Home

Adres

Nieuws

Leporello's

Boeken

Luxe uitgaven

Auteurs

Fondslijst

Bestellen

Links

VVT

 

 

Kees Visser

terug

Geboren 10 juli 1942 te Schore (Zuid Beveland). Kreeft dus.

"Vader was onderwijzer te Schore, moest onderduiken. Ontmoette een ander vrouw. Gevolg scheiding. Wij (moeder met vijf kinderen) verhuisden naar Zwijndrecht. Mijn moeder kwam daar vandaan.
Mijn moeder moest, om het gezin wat financiėle armslag te bieden, gaan werken. Nare bijkomstigheid hiervan dat er weinig tijd was voor communicatie, want wanneer zij thuis kwam wachtte haar nog een groot gedeelte van de huishouding. Gevolg hiervan was weer dat ik veel kleine of grote problemen opvrat. Dit ook om haar er niet mee lastig te vallen. Dit had natuurlijk weer tot gevolg dat ik soms op onredelijke wijze stoom af ging blazen.
Andere vervelende bijkomstigheid was dat wij in het dorp nogal argwanend werden bekeken. Het waren de veertiger en vijftiger jaren en een scheiding was toen absoluut een hele vreemde zaak en wat voor kinderen zouden dat niet zijn. Aardje naar hun vaartje misschien? Al met al vormde dit mij tot een wat dromerige, introverte, chaotische jongen.

"Maar ik heb uiteraard ook herinneringen aan heel plezierige jeugd. Veel buiten in de toen nog zeer landelijke omgeving met veel tuinderijen, sloten, rivieren waar wij s'zomers vaak zwommen en polders waar wij met vriendjes uren dwaalden.

"En toen kwam de puberteit. Veel feesten, veel rock 'n' roll, veel jazz, veel meisjes. Spannende tijd waar veel viel te ontdekken, maar dit geldt uiteraard voor iedere puber. Aan sport werd uiteraard ook gedaan. Met vrienden hadden wij een tafeltennisclubje, later ben ik gaan tennissen, wij hadden een wielrenclubje en hielden atletiekwedstrijden. Wij richtten in '56 of '57 een jazzclub op en organiseerden wekelijks een jazz-avond. In '59 richtten wij een jeugdsociėteit op. Al met al een zeer gevarieerde- en leuke tijd meegemaakt.

"Na de Mulo ging ik naar de Kweekschool. Dit werd een fiasco, te chaotisch. Daarna een cursus met de aansprekende naam “Opleiding tot Hofmeester te Koopvaardij”. Wel afgemaakt. Varen is er nooit van gekomen, na de cursus moest ik direct in militaire dienst. Tijdens mijn diensttijd ben ik verloofd met Wil en wij hebben er toen voor gekozen dat ik niet zou gaan varen.

"Toen brak een zeer enerverende en verwarrende periode aan. Ik ging werken op een wasserij, daarna werd ik douane ambtenaar in de Rotterdamse haven, daarna declarant (dit is iets met in-, uit- en doorvoerdocumenten), daarna fabrieksarbeider voor halve dagen (de andere helft van de dag studeerde ik zogenaamd Nederlands, want je moet de schijn toch een beetje hoog houden) en daarna werd ik pompbediende. En vanuit die functie heb ik mezelf uit het moeras omhoog kunnen werken. Ik werd exploitant van een benzine station, later van twee stations met werkplaats (je moet weten dat ik absoluut atechnisch ben), weer later werd ik exploitant van een heel groot verkooppunt aan de Belgische grens en nog weer later directeur van een exploitatie maatschappij met vijf stations.

"Na een reorganisatie bij Shell werd het aantal maatschappijtjes van 33 teruggebracht naar 15. Alle oudere directeuren vlogen eruit. Via een advocaat kon ik een andere functie krijgen binnen Shell. Alle toestanden veroorzaakten echter een lichte burn-out. Echter dankzij deze burn-out ben ik tot schrijven gekomen. Eerst zomaar wat op papier gezet en later in poėzievorm. Waar het één en ander dus nog goed voor kan zijn.

"Wat ik in gedichten o.a. probeer te verwoorden is de tijdelijkheid, de weinige tijd die ons rest tussen geboorte en dood en alle ellende die wij ons dan nog durven permitteren door bijvoorbeeld met veel huwelijkse poespas een relatie aan te gaan en er geen moer van te bakken, wat er dan weer de oorzaak van is dat wij in hevige mate verlangen naar schoonheid in welke vorm dan ook (al is het de schoonheid van de slaap of de eeuwige slaap)."

uitgaven:
Drijfzand zie verder...
Nachtstand zie verder...

begin pagina